Voor alle Photosmart inkjetprinters en veel Deskjet en Officejet inkjetprinters die na juli 2005 zijn verkocht, publiceert HP cijfers over de foto-opbrengst. Deze cijfers zijn gebaseerd op een door HP ontwikkelde standaard.
Om verschillende redenen zijn de tests in het kader van deze standaard mogelijk geen goede weergave van de dagelijkse praktijk bij u.De foto-opbrengst dient daarom alleen te worden gebruikt als uitgangspunt voor vergelijkingsdoeleinden, en niet om de werkelijke opbrengst van uw HP printer en cartridge te voorspellen. De werkelijke opbrengst is zeer variabel, afhankelijk van de inhoud van de foto's, hoe vaak er wordt afgedrukt, de inkt die wordt gebruikt in de printerinstellingen, de afdrukmodus en andere factoren. Dit wordt hieronder besproken.
Omdat alle fabrikanten andere meetmethoden gebruiken, zijn de opbrengstcijfers van fotocartridges van verschillende fabrikanten lastig te vergelijken. Er is nog geen industriestandaard voor foto-opbrengsten, maar de International Standards Organization (ISO) is bezig er een te ontwikkelen. Intussen heeft HP op basis van haar eigen expertise met digitale fotoprinters een testmethode ontwikkeld voor het meten van de opbrengst van fotocartridges.
De opbrengst wordt beïnvloed door vele factoren; sommige daarvan spelen alleen een rol bij het afdrukken van foto's.Tijdens de fototest van HP wordt de hieronder weergegeven set van 10 foto's van 10x15 cm (HP fotopakket) steeds opnieuw afgedrukt tot de cartridge leeg is.Deze testomstandigheden zijn mogelijk geen goede weergave van de dagelijkse praktijk bij u. De opbrengst is sterk afhankelijk van de papiersoort, het soort cartridges, de inhoud van de foto's, hoe vaak er wordt afgedrukt en andere factoren.Raadpleeg voor meer informatie Het gebruik van inkt.
De meeste afdruksystemen van HP bieden vele verschillende modi voor het afdrukken van foto's. De afdrukmodus bestaat uit de combinatie van de geselecteerde papiersoort en de afdrukkwaliteit. Normaal gesproken kunt u een afdrukkwaliteit kiezen van "snel concept" tot "best". HP biedt een groot scala aan papiersoorten om aan de duurzaamheids- en kwaliteitsvereisten van iedere gebruiker te voldoen.Iedere papiersoort heeft een standaardinstelling voor de afdrukkwaliteit.Wanneer de gebruiker een papiersoort heeft geselecteerd, selecteert de printer een standaardinstelling voor de afdrukkwaliteit.De gebruiker kan de kwaliteitsinstelling wijzigen en een afdrukkwaliteit instellen die beter aan de specifieke behoefte voldoet. Veel fotoprinters van HP kunnen detecteren welke papiersoort wordt gebruikt en de standaardinstelling voor de afdrukkwaliteit automatisch aan die papiersoort aanpassen.De combinatie van de afdrukkwaliteit en de papiersoort bepaalt hoeveel inkt er per foto wordt gebruikt.
De foto-opbrengsttest van HP gebruikt de standaardfotomodus voor de printer in combinatie met HP Premium Plus-fotopapier, tenzij bij de publicatie van de cijfers op www.hp.com/go/learnaboutsupplies een andere papiersoort is aangegeven. Het HP fotopakket wordt afgedrukt met een witte rand. Bij randloos afdrukken is de opbrengst over het algemeen lager dan bij afdrukken op hetzelfde papierformaat met rand. Bovendien is de daadwerkelijke opbrengst afhankelijk van de inhoud van de foto's.Voor foto's waarin één kleur overheerst, zoals in het voorbeeld hieronder, kan de opbrengst voor die kleur lager zijn, en hoger voor kleuren die niet veel worden gebruikt.
Tijdens de foto-opbrengsttest van HP wordt vrijwel continu geprint, met normale onderbrekingen voor het bijvullen van papier.Sommige gebruikers drukken een paar foto's per keer af en maken eens in de paar uur of paar dagen afdrukken.In zulke "aan-uit"-omstandigheden gebruiken inkjetprinters extra inkt voor het openhouden van de spuitopeningen en het goed laten vloeien van de inkt.Dit is essentieel voor de gezondheid van uw printer en zorgt ervoor dat uw afdrukken van dezelfde goede kwaliteit zijn als toen uw printer nog nieuw was.De opbrengst kan echter lager zijn dan wanneer u dezelfde inhoud continu zou afdrukken. Raadpleeg voor meer informatie Het gebruik van inkt.
HP's testmethode voor de foto-opbrengst is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
De foto-opbrengst varieert afhankelijk van de gebruikte cartridges. Bij de testcijfers van HP over de foto-opbrengst wordt vermeld welke combinatie van cartridges is gebruikt. Zie het kader rechts voor meer informatie.
HP gebruikt inkt-, fotopapier- en printertechnologie in een scala aan fotoprintsystemen met de verschillende eigenschappen en mogelijkheden voor uiteenlopende behoeften en wensen van consumenten. Sommige printsystemen werken met slechts één cartridge. Andere printers bieden diverse cartridgeconfiguraties, zodat consumenten voor verschillende behoeften de meest geschikte weergavekwaliteit kunnen kiezen. Een typische optie voor twee cartridgesystemen is fotoafdrukken in 3 of 6 inktkleuren
Voor fotoafdrukken met zes inktkleuren wordt de opbrengst van zowel de driekleurencartridge als de fotocartridge gepubliceerd; Voor foto's met drie kleuren, is alleen de opbrengst van de driekleurencartridge relevant.Normaal gesproken heeft de driekleurencartridge een hogere opbrengst wanneer deze wordt gebruikt voor fotoafdrukken met zes inktkleuren dan met drie inktkleuren. In dat geval wordt namelijk de inkt uit twee cartridges gebruikt in plaats van één.
Sommige printers van HP hebben voor iedere kleur een aparte cartridge.Bij deze systemen moeten alle cartridges zijn geïnstalleerd om foto's af te drukken.
HP adviseert consumenten een fotoprintsysteem te kiezen dat aansluit bij hun specifieke fotoprintbehoeften. Opbrengstgegevens kunnen daarbij van pas komen. Maar in het algemeen is de cartridgeopbrengst slechts één van de vele factoren die een rol spelen bij de keuze van een fotoprinter.
1 Bij gebruik van andere papiersoorten kan de opbrengst afwijken.
2 Met printers die alleen foto's van 10x15 cm kunnen afdrukken, worden deze geprint op fotopapier van 10x15 cm.